Schrikbewind gemeente Rotterdam rondom bijstandsgerechtigden

Er is veel kritiek op de manier waarop de gemeente Rotterdam met haar bijstandsgerechtigden omgaat. Gemeentelijke ombudsman Anne Mieke Zwaneveld heeft heeft hier in een rapport zware kritiek op geuit. Ook de PVDA-fractie in de tweede kamer vindt dat de werkwijze van de gemeente Rotterdam niet door de beugel kan en heeft staatssecretaris Jetta Klijnsma gevraagd wat zij aan de situatie gaat doen.

Het AD heeft Ton Rhijnsburger om zijn  mening gevraagd. (zie foto)

Hieronder zijn nog een aantal relevante links opgenomen:
Kamervragen over ‘schrikbewind’ re-integratie Rotterdam
Bijstandsgerechtigden voelen zich vernederd door taken
Bijstandsgerechtigden Rotterdam voelen zich vernederd

 

ROTTERDAMSE HUURDERS BETALEN DE HOOFDPRIJS

De maximale huurstijging bedraagt dit jaar 2,5 %. Dit is fors hoger dan in voorgaande jaren. Zeker als je bedenkt dat het inkomen van veel huurders in Rotterdam niet zal stijgen, eerder zal dalen vanwege werkloosheid, bezuinigingen etc. De Rotterdamse corporaties vragen, Woonbron uitgezonderd, steevast de hoofdprijs: 2,5%. Dat hoeft niet. Je kunt ook een lagere huurverhoging in rekening brengen. De Rotterdamse corporaties verdedigen zich met het argument dat men armlastig is. De vraag is of dat juist is. De rendementen zijn de laatste jaren flink gestegen. Denk bijvoorbeeld aan het optrekken van de huur tot maximaal redelijk na vertrek van een huurder. Dat levert huurstijgingen op van 20% à 40%. En als men al armlastig zou zijn: eigen schuld dikke bult. Vestia liet zoals bekend een boekhouder zijn gang gaan en verloor tientallen miljoenen op derivaten. De voormalig directeur van Havensteder, Henk Sligman, ging er met miljoenen vandoor, overigens gedekt door zijn partner in crime, de voorzitter van de raad van bestuur.

Daar komt nog eens bij dat zichtbaar bezuinigd wordt op onderhoud. De Rotterdamse corporaties zouden derhalve de morele plicht moeten voelen om de huurstijging te beperken tot 1%. Of 0, dat is natuurlijk niet verboden.

Ton Rhijnsburger