Op 9 oktober 2015 heeft de Hoge Raad naar aanleiding van prejudiciële vragen van het hof Den Haag geantwoord dat het kindgebonden budget niet in mindering gebracht moet worden op de behoefte van een kind, maar in zijn geheel in aanmerking moet worden genomen bij de vaststelling van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt (zie: ECLI:NL:HR:2015:3011). Daarbij dient volgens de Hoge Raad geen onderscheid gemaakt te worden tussen de sinds 1 januari 2015 bestaande alleenstaande ouderkop en de rest van het kindgebonden budget.
Aan de hand van een fictief voorbeeld wordt uitgelegd wat de gevolgen van deze uitspraak voor de hoogte van de kinderalimentatie kunnen zijn. Hierbij is het kindgebonden budget opgeteld bij het netto inkomen van de ouder die het ontvangt, maar andere manieren om het kindgebonden budget in de draagkracht te betrekken zijn eventueel ook mogelijk.
Ouders A en B hebben 1 kind. Het kind woont bij alleenstaand ouder B. De behoefte van het kind is 350 euro per maand. De zorgkorting van 15% voor ouder A bedraagt 52,50.
Het kindgebonden budget, inclusief alleenstaande ouderkop, is 300 euro per maand.
Het netto besteedbaar inkomen van ouder A is 1.700 euro per maand.
Het netto besteedbaar inkomen van de verzorgende ouder B is 1.400 euro per maand.
Draagkracht op grond van de draagkrachttabel voor ouder A: 208 euro .
Draagkracht ouder B: 110 euro.
- Alimentatie o.g.v. de regels die vanaf 1 januari 2015 golden:
Eigen aandeel van de ouders is 50 euro (350 – 300). Gezamenlijke draagkracht is 318 euro.
Alimentatie ouder A: 208/318 x 50 – 52,5 zorgkorting = alimentatie is 0 euro.
- Alimentatie o.g.v. de uitspraak van de Hoge Raad:
Inkomen ouder A 1.700 euro. Draagkracht ouder A: 208 euro.
Inkomen ouder B 1.700 (1.400 + 300) euro. Draagkracht ouder B: 208 euro.
Gezamenlijke draagkracht 416 euro.
Alimentatie ouder A: 208/416 x 350 – 52,5 zorgkorting = 122,50 euro.
Dit voorbeeld laat zien dat de uitkomst aanmerkelijk kan verschillen.
Terugwerkende kracht?
Deze uitspraak heeft in principe alleen gevolgen voor lopende en nog te starten procedures. Kinderalimentatie die reeds juridisch vaststaat wordt er niet direct door getroffen. De uitspraak van de Hoge Raad is met name van belang als u door de introductie van de alleenstaande ouderkop na 1 januari 2015 eerst had afgezien van het indienen van een alimentatieverzoek, als er nog een procedure loopt of als u nog in hoger beroep kunt gaan tegen een beschikking van de rechtbank (beroepstermijn is 3 maanden).
Als u concrete vragen heeft over de gevolgen van deze uitspraak voor de hoogte van de door u te betalen kinderalimentatie of voor uw eventuele aanspraak op kinderalimentatie dan kunt u op vrijdagmiddag tussen 13.00 – 15.00 uur ons wekelijks spreekuur bezoeken of contact opnemen met een advocaat van de sectie familierecht.