Partners Eritrese asielzoekers niet welkom

Wie zei er, dat Nederland (te) ruimhartig is in het toelaten van familieleden van vluchtelingen?
Vraag een willekeurig aantal Eritreeërs naar hun ervaring en je weet wel beter!

Eritrea heeft een van de meest onderdrukkende regimes ter wereld. Alle jonge mensen, mannen en vrouwen, moeten op hun 18e het leger in voor onbepaalde tijd. Die algemene dienstplicht houdt pas op als je 45 bent. Oppositie is niet toegestaan. Kritiek op het overheidsbeleid of ontduiking van die dienstplicht worden bestraft met lange gevangenisstraffen. En het is verboden om zonder vergunning naar het buitenland te reizen. Als je illegaal bent uitgereisd kun je niet meer terug: je wordt meteen opgepakt bij binnenkomst en er volgt minimaal een jaar cel. En daarna ga je alsnog het leger in tenzij je ouder bent dan 45 jaar.

Logisch dat Nederland Eritreeërs, vaak jonge mannen en vrouwen, die asiel vragen meteen een verblijfsvergunning geeft. Er is voor hen geen weg terug. Maar: hun geluk vinden zij vaak niet in Nederland. Hun partners, achtergebleven in Eritrea, mogen namelijk vrijwel nooit voor gezinshereniging naar  Nederland komen.

Nederland eist voor gezinshereniging van een partner bewijs van het huwelijk of bewijs van samenwoning. En dat bewijs kunnen Eritreeërs vaak niet leveren. Hun huwelijk is alleen door de kerk geregistreerd en kerkelijke akten accepteert Nederland niet. En vanwege die algemene dienstplicht voor onbepaalde tijd hebben veel Eritreeërs de eerste jaren na hun huwelijk geen eigen woning. Zij verblijven op de legerbasis, krijgen nauwelijks loon en brengen alleen de verlofperioden met hun partner door in de woning van één van beide families. En dat geldt voor Nederland niet als “samenwonen”.

De opluchting van Eritrese asielzoekers die in Nederland een asielvergunning hebben gekregen en in ons veilige land mogen bouwen aan een nieuwe toekomst slaat daarom heel vaak om in wanhoop. Hun levenspartner mag niet komen. Die partner zit vast in Eritrea of –erger nog- in Sudan of Ethiopië, bij de dichtstbijzijnde Nederlandse ambassade, in afwachting van het visum om hun geliefde te kunnen nareizen, een visum dat nooit verleend zal worden.

Nederland heeft geen ambassade in Eritrea vanwege de slechte mensenrechtensituatie daar. Voor de aanvraag gezinshereniging is melding bij een Nederlandse ambassade nodig, om vragen te beantwoorden en de identiteit te laten controleren. De in Eritrea achtergebleven partner reist daarom illegaal het land uit in de verwachting de in Nederland toegelaten man of vrouw te mogen nareizen; en zit vervolgens zonder recht of titel, zonder familie, zonder huis, zonder werk, in dat vreemde land, voor eeuwig gescheiden van de geliefde en van de eigen familie.

Je wordt er als advocaat vreemdelingenrecht wel eens moedeloos van. Je staat de Eritrese vluchtelingen bij in procedures over nareis van hun partner maar je weet van tevoren dat die niet veel kans van slagen hebben. De marges zijn heel klein. Je bereidt je cliënt voor op slecht nieuws. De persoonlijke belangen zijn heel groot. En daarom procedeer je toch. Beter vijf keer zo’n zaak  verliezen en een keer winnen dan zes keer zo’n zaak niet gedaan.

Voor dat ene stel, dat samen een veilige toekomst in Nederland tegemoet kan, bij elkaar en nooit meer bang om opgepakt te worden, voor dat ene stel blijft het de moeite meer dan waard om advocaat vreemdelingenrecht te zijn!

Maar zeg mij nooit, dat Nederland te ruimhartig is in het toelaten van partners van asielzoekers!