Huurcontract voor bepaalde tijd

Sinds een jaar mogen huisbazen die geen woningcorporatie zijn, een eerste huurcontract sluiten voor een korte tijd.

De korte tijd in het huurcontact mag maximaal twee jaar zijn, voor de huur van kamers geldt een maximale tijd van vijf jaar. In het huurcontract moet beschreven zijn hoe lang het contact duurt, voor zelfstandige woningen niet langer dan twee jaar.

De huisbaas kan het tijdelijke huurcontract niet tussentijds beëindigen. Het tijdelijk contract eindigt (van rechtswege) als de in het contract beschreven huurtermijn is geëindigd.

In de periode tussen drie maanden en een maand vóór het afgesproken einde van het huurcontract moet de huisbaas aan de huurder schriftelijk melden dat het huurcontract eindigt. Als de huisbaas dat niet doet, ontstaat er automatisch een huurcontract voor onbepaalde tijd, die alleen maar kan eindigen als de rechter dat heeft beslist.

Als de huisbaas na afloop van de afgesproken huurperiode een nieuw huurcontract aanbiedt, moet dat een huurcontract voor onbepaalde tijd zijn. Als de huisbaas geen nieuw huurcontract aanbiedt, maar de huur gewoon blijft doorlopen, dan ontstaat er ook een huurcontract voor onbepaalde tijd. Het huurcontract kan daarna alleen eindigen als de rechter dat heeft beslist.

Als het tijdelijke huurcontact voor korte tijd is verlopen terwijl de huurder in woning blijft wonen en huur blijft betalen, dan ontstaat er ook een huurcontract voor onbepaalde tijd. Het huurcontract kan dan ook alleen eindigen als de rechter dat heeft beslist.

Als de huurder het tijdelijke huurcontract tussentijds wil opzeggen, kan dat wel. Hij heeft dan alleen te maken met een opzegtermijn van minimaal een maand.